ggonza at tin.it
,bokkie at nl.linux.org
Laten we politiek correct beginnen. In dit document heb ik het over ``Linux'', maar ik bedoel ``GNU/Linux''. Ga alsjeblieft naar http://www.gnu.org/gnu/linux-and-gnu.html om te zien waarom.
Wil je van de DOS/Windows wereld naar Linux overstappen? Goed idee: Linux is technisch gezien superieur aan DOS, Windows 9x en zelfs Windows NT. Maar pas op: misschien dat het niet van nut is voor je. Dit zijn de belangrijkste verschillen tussen DOS/Windows en Linux:
Het is aan jou uit te maken wat je nodig hebt. Bovendien geeft Linux je kracht, maar het vraagt wat tijd te leren hoe het te benutten. Dus als je voornamelijk commerciële software nodig hebt, of als je er niets voor voelt om nieuwe commando's en begrippen te leren, kun je je beter ergens anders op concentreren. Wees je ervan bewust dat veel nieuwkomers vanwege aanvangsproblemen opgeven.
Er wordt aan gewerkt Linux eenvoudiger in het gebruik te maken, maar verwacht er niet bedreven in te zijn zonder dat je heel veel documentatie hebt gelezen en het op z'n minst voor een paar maanden hebt gebruikt. Linux geeft je geen kant en klare oplossingen. Ondanks deze waarschuwingen, ben ik er 100% van overtuigd dat als je het juiste type gebruiker bent, je zeer tevreden zult zijn over Linux. Tussen twee haakjes, Linux + DOS/Win kunnen prima op dezelfde computer voorkomen.
Benodigd voor deze howto: Ik ga ervan uit dat
COMMAND.COM
) bash
is.Tenzij anders aangegeven, wordt bij dit werk uitgegaan van dat 'slechte ouwe' DOS. Her en der wordt informatie over Windows gegeven, maar houd in gedachten dat Windows en Linux totaal verschillend zijn, anders dan DOS dat een of andere sobere relatie met UNIX heeft.
Bedenk je alsjeblieft ook dat dit werkstuk noch een complete inleiding noch een configuratiegids is!
De laatste versie van dit document is in verscheidene formaten beschikbaar op http://www.linuxdoc.org.
Je installeerde Linux en de programma's die je nodig had op je PC. Je gaf
jezelf een account
(als dit niet zo is, typ dan nu! adduser jenaam
en Linux is opgestart.
Je hebt zojuist je naam en wachtwoord ingevuld, en nu kijk je naar het
scherm en denkt: ``Tja, en wat nu?''
Wanhoop niet. Je bent bijna zover dat je dezelfde dingen doet die je gewend bent met DOS/Win te doen en nog wel meer ook. Als je nu onder DOS/Win zou werken in plaats van onder Linux, dan zou je één van de volgende taken aan het verrichten zijn:
Het zal je verheugen te weten dat deze taken onder Linux op een vergelijkbare manier als onder DOS kunnen worden bewerkstelligd. Onder DOS, gebruikt de gemiddelde gebruiker een paar van de 100+ beschikbare commando's: hetzelfde geldt tot op zekere hoogte voor Linux.
Oefening baart kunst. Je wordt aangemoedigd om met Linux te experimenteren en spelen: tenzij je als ``root'' inlogt, kun je het systeem op die manier niet beschadigen. Een paar aandachtspunten:
Er zijn veel manieren om hulp te krijgen met Linux. De belangrijkste zijn:
help
of, beter, man bash
of info bash
voor
het verkrijgen van hulp over de ``interne commando's'' van de shell;man commando
waarmee
de handleiding (``man'') page van commando
wordt aangeroepen.
Typ als alternatief info commando
waarmee de info page die
betrekking heeft op
commando
wordt aangeroepen; info is een op hypertekst gebaseerd
documentatiesysteem, misschien niet intiütief om als eerste te
gebruiken. Tenslotte kun je als laatste apropos commando
of whatis commando
gebruiken. Voor al deze commando's geldt
dat je op `q' drukt om het helpsysteem te verlaten.
In dit hele document zullen voorbeelden vaak het volgende formaat volgen:
<...>
is een vereist argument, en [...]
is een
optioneel argument.
Voorbeeld:
$ tar -tf <bestand.tar> [> omleidingsbestand]
bestand.tar
moet worden opgegeven, maar de omleiding naar het
omleidingsbestand
is optioneel.
``LMP'' betekent ``Lees alsjeblieft de Man Pages voor verdere informatie''. Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het lezen van documentatie is.
Als de prompt van een voorbeeldcommando een #
is, kan het
commando alleen door root worden uitgevoerd.
Wil je graag beginnen? Bekijk dan de volgende tabel:
DOS Linux Opmerkingen
------------------------------------------------------------------------------
ATTRIB (+-)attr bestand chmod <mode> bestand totaal anders
BACKUP tar -Mcvf device dir/ idem
CD dirnaam\ cd dirnaam/ bijna dezelfde syntax
COPY bestand1 bestand2 cp bestand1 bestand2 idem
DEL bestand rm bestand let op - geen undelete
DELTREE dirnaam rm -R dirnaam/ idem
DIR ls niet exact dezelfde syntax
DIR bestand /S find . -naam bestand totaal anders
EDIT bestand vi bestand Ik denk dat je 't niet leuk vindt
jstar bestand voelt als dos' edit
EDLIN bestand ed bestand vergeet het
FORMAT fdformat,
mount, umount heel andere syntax
HELP commando man commando, zelfde filosofie
info commando
MD dirnaam mkdir dirnaam/ bijna dezelfde syntax
MORE < bestand less bestand veel beter
MOVE bestand1 bestand2 mv bestand1 bestand2 idem
NUL /dev/null idem
PRINT bestand lpr bestand idem
PRN /dev/lp0,
/dev/lp1 idem
RD dirnaam rmdir dirnaam/ bijna dezelfde syntax
REN bestand1 bestand2 mv bestand1 bestand2 niet voor meerdere bestanden
RESTORE tar -Mxpvf device andere syntax
TYPE bestand less bestand veel beter
WIN startx hemelsbreed verschil!
Raadpleeg alsjeblieft de volgende secties als je meer nodig hebt dan een tabel met commando's.
Goed nieuws: onder Linux typ je veel minder achter de prompt, omdat de
bash
shell zo mogelijk voor je typt, en het heeft geweldige
regelediting mogelijkheden. Om mee te beginnen, haalt de cursorpijl
naar boven de voorgaande commandoregels terug; maar er is meer.
Het indrukken van de <TAB> vult bestands- en directorynamen aan, dus
het typen van
$ ls /uTABloTABbTAB
is als het intikken van
$ ls /usr/local/bin
Als er dubbelzinnigheden optreden, zoals bij het intikken van
$ ls /uTABloTABiTAB
stopt bash
omdat het niet weet of je
/usr/local/info of /usr/local/include bedoelt.
Voeg meer tekens toe en druk dan nogmaals op <TAB>.
Andere handige toetsaanslagen zijn <ESC-BACKSPACE> waarmee een woord links wordt verwijderd, en <ESC-D> waarmee een woord rechts wordt verwijderd; <ESC-F> verplaatst de cursor één woord naar rechts, <ESC-B> naar links; <CTRL-A> verplaatst de cursor naar het begin van de regel, <CTRL-E> naar het einde. De <ALT> toets is equivalent aan <ESC>.
Genoeg voor het moment. Zodra je aan deze sneltoetsen gewend raakt, zal je de DOS-prompt zeer ergerlijk vinden...
Linux heeft een directory- en bestandsstructuur die erg veel lijkt op die van DOS/Win. Bestanden hebben namen die aan bepaalde regels moeten voldoen, worden opgeslagen in directory's, een aantal ervan zijn uitvoerbaar, en hiervan hebben de meeste commando-switches. Bovendien kun je gebruik maken van wildcard characters (jokertekens), redirection en piping (het omleiden/doorsturen van uitvoer). Er zijn slechts een paar kleine verschillen:
NOTENOUG.TXT
. Onder Linux kunnen we dat beter. Als je Linux
installeerde door gebruik te maken van een bestandssysteem als ext2 of
umsdos, kun je langere bestandsnamen gebruiken (tot aan 255 tekens), en met
meer dan één punt: bijvoorbeeld:
Dit_is.een.ZEER_lange.bestandsnaam
. Merk alsjeblieft op dat ik
zowel gebruik maakte van hoofdletters als kleine letters: in feite...FILENAME.tar.gz
en filename.tar.gz
twee verschillende
bestanden. ls
is een commando, LS
is een fout;
$ # het volgende commando maakt een directory genaamd "Mijn oude bestanden"
$ mkdir "Mijn oude bestanden"
$ ls
Mijn oude bestanden bin tmp
Bovendien is het beter een aantal tekens niet te gebruiken: een aantal
daarvan zijn !*$&#
.*
' gemarkeerd wanneer je het commando
ls -F
geeft. Bijvoorbeeld:
$ ls -F
Ik_ben_een_dir/ cindy.jpg cjpg* brief_aan_Joe mijn_1e_script* oud~
De bestanden cjpg*
en mijn_1e_script*
zijn uitvoerbare
bestanden, dat wil zeggen ``programma's''. Onder DOS eindigen backupbestanden
op .BAK, onder Linux eindigen ze op een tilde `~
'.
Een bestand waarvan de naam begint met een punt wordt als verborgen aangemerkt.
Voorbeeld: het bestand
.Ik.ben.een.verborgen.bestand
zal na het commando ls
niet
worden getoond;/switch
, Linux
switches met -switch
of --switch
. Voorbeeld: dir
/s<
tt> wordt ls -R
. Merk op dat veel DOS programma's, zoals
PKZIP
of ARJ
, switches in de stijl van UNIX gebruiken.Je kunt nu naar de sectie Commando's van DOS naar Linux vertalen gaan, maar als ik jou was zou ik verder lezen.
UNIX heeft een type bestand dat onder DOS niet voorkomt: de symbolische link.
Je kunt hierbij denken aan een verwijzer naar een bestand of directory,
en het kan in plaats van het bestand of directory waarnaar het verwijst
worden gebruikt; het is vergelijkbaar met de snelkoppelingen van Windows.
Voorbeelden van symbolische links zijn /usr/X11
, die naar
/usr/X11R6
verwijst; /dev/modem
, die naar
/dev/ttyS0
of /dev/ttyS1
verwijst.
Om een symbolische link aan te maken:
$ ln -s <bestand_of_dir> <linknaam>
Voorbeeld:
$ ln -s /usr/doc/g77/DOC g77manual.txt
Nu kun je naar g77manual.txt
verwijzen in plaats van
/usr/doc/g77/DOC
. Links verschijnen als volgt in directorylistings:
$ ls -F
g77manual.txt@
$ ls -l
(van alles en nog wat...) g77manual.txt -> /usr/doc/g77/DOC
DOS bestanden en directory's hebben de volgende kenmerken: A (archive = archief), H (hidden = verborgen), R (read-only = alleen lezen), en S (system = systeem). Alleen H en R hebben onder Linux een betekenis: verborgen bestanden beginnen met een punt, en wat betreft het kenmerk R, lees verder.
Onder UNIX heeft een bestand ``permissies'' en een eigenaar, die op zijn beurt weer aan een ``groep'' toebehoort. Kijk naar dit voorbeeld:
$ ls -l /bin/ls
-rwxr-xr-x 1 root bin 27281 Aug 15 1995 /bin/ls*
In het eerste veld staan de permissies van het bestand /bin/ls
, welke
aan root toebehoort, groep bin.
De resterende informatie latend voor wat het is, onthoud dat
-rwxr-xr-x
van links naar rechts betekent:
-
het bestandstype is (-
= gewoon bestand, d
=
directory, l
= link, enz.); rwx
zijn de permissies voor de
eigenaar van het bestand (read/lezen, write/schrijven, execute/uitvoeren); r-x
zijn de
permissies voor de groep van de eigenaar van het bestand
(read, execute); (Ik ga het niet hebben over het begrip groep, je kunt zolang
je beginner bent zonder ;-0
r-x
zijn de permissies voor alle andere gebruikers (read, execute).
De directory /bin
heeft ook permissies: zie sectie
Directory Permissies voor verdere details.
Daarom kun je het bestand /bin/ls
niet verwijderen tenzij je root bent:
je hebt geen permissie om dat te doen. Het commando voor het wijzigen van
de bestandspermissies is:
$ chmod <wieXperm> <file>
`wie' is u
(user, dat is de eigenaar), g
(group),
o
(other=anderen), X is of +
of -
, perm is r
(read), w
(write), of x
(execute). Algemene voorbeelden van
chmod
zijn:
$ chmod +x bestand
hiermee wordt de execute permissie voor het bestand ingesteld.
$ chmod go-rw bestand
hiermee wordt de read en write permissies voor iedereen behalve de eigenaar ingesteld.
$ chmod ugo+rwx bestand
dit geeft iedereen read, write en execute permissie.
# chmod +s bestand
hiermee wordt een zogenoemd ``setuid'' of ``suid'' bestand aangemaakt--- een bestand dat iedereen uit mag voeren met de privileges van de eigenaar. Je zal ongetwijfeld root suid bestanden tegenkomen; dit zijn vaak belangrijke systeembestanden, zoals de X-server.
Een beknoptere manier om naar permissies te refereren is met cijfers:
rwxr-xr-x
kan worden uitgedrukt als 755 (iedere letter correspondeert
met een bit: ---
is 0,
--x
is 1, -w-
is 2, -wx
is 3...). Het ziet er
moeilijk uit, maar met wat oefening zal je het concept begrijpen. root, als
superuser, kan de bestandspermissies van iedereen wijzigen.
LMP.
Links de DOS-commando's; rechts de Linux tegenhanger.
ATTRIB: chmod
COPY: cp
DEL: rm
MOVE: mv
REN: mv
TYPE: more, less, cat
Omleidings- en andere operatoren: < > >> |
Wildcards: * ?
nul: /dev/null
prn, lpt1: /dev/lp0 of /dev/lp1; lpr
DOS Linux
---------------------------------------------------------------------
C:\GUIDO>ATTRIB +R FILE.TXT $ chmod 400 file.txt
C:\GUIDO>COPY JOE.TXT JOE.DOC $ cp joe.txt joe.doc
C:\GUIDO>COPY *.* TOTAL $ cat * > total
C:\GUIDO>COPY FRACTALS.DOC PRN $ lpr fractals.doc
C:\GUIDO>DEL TEMP $ rm temp
C:\GUIDO>DEL *.BAK $ rm *~
C:\GUIDO>MOVE PAPER.TXT TMP\ $ mv paper.txt tmp/
C:\GUIDO>REN PAPER.TXT PAPER.ASC $ mv paper.txt paper.asc
C:\GUIDO>PRINT LETTER.TXT $ lpr letter.txt
C:\GUIDO>TYPE LETTER.TXT $ more letter.txt
C:\GUIDO>TYPE LETTER.TXT $ less letter.txt
C:\GUIDO>TYPE LETTER.TXT > NUL $ cat letter.txt > /dev/null
n/a $ more *.txt *.asc
n/a $ cat section*.txt | less
Opmerkingen:
*
is slimmer onder Linux: *
komt overeen met
alle bestanden behalve de verborgen bestanden;
.*
komt overeen met alle verborgen bestanden (maar ook de huidige
directory `.
' en parent directory `..
': let op!);
*.*
komt alleen overeen met bestanden met een `.
' in het
midden of die op een punt eindigen; p*r
komt overeen met zowel
`peter' als `piper';
*c*
komt overeen met zowel `picked' als `peck';more
, op de <SPATIEBALK> om
door het bestand te bladeren, `q' om het te verlaten.
less
is intuïtiever en laat je de pijltjestoetsen gebruiken;UNDELETE
, dus bedenk je tweemaal
voordat je iets verwijdert;< > >>
van DOS, heeft Linux
2>
om foutmeldingen om te leiden (stderr); bovendien
wordt met 2>&1
stderr naar stdout omgeleid, en
1>&2
leidt stdout om naar stderr;[]
. Gebruik: [abc]*
komt overeen met bestanden die beginnen met een a, b, c; *[I-N1-3]
komt overeen met bestanden die eindigen op
I, J, K, L, M, N, 1, 2, 3;lpr
<bestand> drukt een bestand af in de achtergrond.
Gebruik lpq
voor het controleren van de status van de afdrukwachtrij;
gebruik lprm
voor het verwijderen van een bestand uit de afdrukwachtrij;RENAME
; dat wil zeggen dat
mv *.xxx *.yyy
niet zal werken. Een op REN lijkend commando is
te vinden op
ftp://metalab.unc.edu/pub/Linux/utils/file;cp -i
en mv -i
om te worden gewaarschuwd
wanneer een bestand zal worden overschreven.
Om een programma uit te voeren, typ je net als onder DOS de naam ervan in.
Als de directory (Sectie
Gebruik van directory's)
waarin het programma is opgeslagen in het PATH is opgenomen (Sectie
Systeem initialisatiebestanden), zal het programma
worden opgestart. Uitzondering: in tegenstelling tot DOS, zal een programma
in de huidige directory niet worden uitgevoerd, tenzij de directory in het
PATH is opgenomen. Je kunt hieraan ontsnappen: als prog
je programma
is, typ dan ./prog
.
Zo ziet een typische commandoregel eruit:
$ commando [-s1 [-s2] ... [-sn]] [par1 [par2] ... [parn]] [< invoer] [> uitvoer]
waar de -s1
, ..., -sn
staan voor programma-switches.
par1
, ..., parn
zijn de programma parameters. Je kunt
verscheidene commando's op de commandoregel aanroepen:
$ commando-1 ; commando-2 ; ... ; commando-n
Dat is alles over het draaien van programma's, maar het is eenvoudig een stap verder te gaan. Eén van de belangrijkste redenen om Linux te gebruiken is dat het een multitasking os is--- het kan verscheidene programma's tegelijkertijd draaien (van nu af aan, processen). Je kunt processen in de achtergrond opstarten en gewoon door blijven werken. Bovendien staat Linux toe dat je meerdere sessies hebt lopen: het is alsof je veel computers tegelijk aan het werk zet!
su - <loginnaam>
voor het starten van een
nieuwe sessie onder dezelfde v.c. zonder de huidige v.c. te verlaten.
Voorbeeld: su - root
. Dit komt bijvoorbeeld van pas als je een
taak uit moet voeren waarvoor alleen de root-gebruiker permissie heeft.exit
.
Als er gestopte jobs zijn (zie verderop), krijg je een waarschuwing.&
' aan het einde van de
commandoregel toe voor het in de achtergrond opstarten van een proces:
$ prognaam [-switches] [parameters] [< invoer] [> uitvoer] &
[1] 123
de shell identificeert het proces met een jobnummer (b.v. [1]
; zie
hieronder), en met een PID (Proces Identificatie Nummer; 123 in ons voorbeeld).ps ax
om te bekijken hoeveel processen er zijn.
Hiermee krijg je als uitvoer een lijst met de thans draaiende processen.kill <PID>
voor het killen (beëindigen)
van een proces. Wellicht dat je het eens nodig hebt als je niet weet hoe
je een proces op de juiste wijze moet laten eindigen...
Tenzij je root bent, kun je andermans processen niet killen.
Soms kan een proces alleen worden beëindigd met kill -SIGKILL
<PID>
.
Bovendien laat de shell je een proces stoppen of tijdelijk uitstellen,
een proces naar de achtergrond sturen, en een proces vanuit de achtergrond
naar de voorgrond brengen. In deze context, worden processen ``jobs'' genoemd.jobs
om te zien hoeveel jobs er zijn. Hier worden de
jobs geïndentificeerd door een jobnummer, niet via een PID.bg <%job>
voor een uitgesteld proces naar de
achtergrond te sturen (het wordt een job).fg <%job>
. Voor het naar de voorgrond brengen van de laatste
job die naar de achtergrond is gestuurd, typ je eenvoudigweg fg
.kill <%job>
waarbij <job> gelijk kan zijn aan 1, 2, 3,...Met deze commando's kun je tegelijkertijd een disk formatteren, een boel bestanden zippen, een programma compileren en een archief uitpakken en nog steeds de prompt tot je beschikking hebben. Probeer dit eens met Windows, enkel om het verschil in performance te zien (als het niet crasht, uiteraard).
Voor het uitvoeren van een programma op een remote computer met de naam
remote.machine.edu
:
$ telnet remote.machine.edu
Start na het inloggen je favoriete programma. Onnodig te zeggen dat je een shell-account op de remote computer nodig hebt.
Als je X11 hebt, kun je zelfs een X-applicatie op een remote computer
uitvoeren en het op je X scherm weergeven.
Stel dat remote.machine.edu
de remote X-computer is en
local.linux.box
je Linux-computer. Om een X-programma vanaf
local.linux.box
dat zich bevindt op
remote.machine.edu
uit te voeren, doe je het volgende:
xterm
of equivalente terminal emulator,
en typ dan:
$ xhost +remote.machine.edu
$ telnet remote.machine.edu
remote:$ DISPLAY=local.linux.box:0.0
remote:$ prognaam &
(in plaats van DISPLAY...
, moet je mogelijk opgeven: setenv DISPLAY
local.linux.box:0.0
. Dit is afhankelijk van de remote shell.)En ziedaar! Nu zal prognaam
op remote.machine.edu
worden
opgestart en op je computer worden weergegeven. Probeer dit echter niet via een
modem, aangezien dit zo langzaam is dat het niet meer werkbaar is.
Bovendien is dit een grove en onveilige methode:
lees alsjeblieft de ``Remote X Apps mini-HOWTO'' op
http://www.linuxdoc.org/HOWTO/mini/Remote-X-Apps.html.
We hebben tussen bestanden onder DOS/Win en Linux verschillen gezien.
Wat betreft directory's is de root directory onder DOS/Win \
,
onder Linux is het /
. Evenzo worden geneste directory's
onder DOS/Win gescheiden door een \
onder Linux door een /
. Voorbeelden van directorypaden:
DOS: C:\PAPERS\GEOLOGY\MID_EOC.TEX
Linux: /home/guido/papers/geology/middle_eocene.tex
Zoals gebruikelijk is ..
de parent directory en .
de
huidige directory.
Onthoud dat het systeem je niet toelaat overal waar je maar wil
cd
, rd
, of md
uit te voeren.
Iedere gebruiker heeft zijn of haar
zaakjes in een directory genaamd `home', gegeven door de systeembeheerder;
op mijn PC bijvoorbeeld, is mijn homedir /home/guido
.
Ook directory's hebben permissies. Wat we in paragraaf
Permissies en Eigenaarschap hebben gezien, geldt
ook voor directory's (user, group, en other).
Voor een directory betekent rx
dat je met cd
naar die directory kunt gaan, en w
betekent dat je een
bestand in de directory of de directory zelf kunt verwijderen
(overeenkomstig de permissies van het bestand uiteraard).
Om bijvoorbeeld te voorkomen dat andere gebruikers in
/home/guido/text
rond gaan snuffelen:
$ chmod o-rwx /home/guido/text
DIR: ls, find, du
CD: cd, pwd
MD: mkdir
RD: rmdir
DELTREE: rm -rf
MOVE: mv
DOS Linux
---------------------------------------------------------------------
C:\GUIDO>DIR $ ls
C:\GUIDO>DIR FILE.TXT $ ls file.txt
C:\GUIDO>DIR *.H *.C $ ls *.h *.c
C:\GUIDO>DIR/P $ ls | more
C:\GUIDO>DIR/A $ ls -l
C:\GUIDO>DIR *.TMP /S $ find / -name "*.tmp"
C:\GUIDO>CD $ pwd
n/a - zie opmerking $ cd
idem $ cd ~
idem $ cd ~/temp
C:\GUIDO>CD \OTHER $ cd /other
C:\GUIDO>CD ..\TEMP\TRASH $ cd ../temp/trash
C:\GUIDO>MD NEWPROGS $ mkdir newprogs
C:\GUIDO>MOVE PROG .. $ mv prog ..
C:\GUIDO>MD \PROGS\TURBO $ mkdir /progs/turbo
C:\GUIDO>DELTREE TEMP\TRASH $ rm -rf temp/trash
C:\GUIDO>RD NEWPROGS $ rmdir newprogs
C:\GUIDO>RD \PROGS\TURBO $ rmdir /progs/turbo
Opmerkingen:
rmdir
, moet de te verplaatsen directory
leeg zijn. Gebruik rm -rf
voor het verwijderen van een directory
met gehele inhoud (op eigen risico).~
' is een verkorte vorm voor de naam van je
homedirectory.
De commando's cd
en cd ~
zullen je naar je homedirectory
laten terugkeren van waar je je ook bevindt; het commando cd ~/tmp
brengt je naar /home/je_home/tmp
.cd -
``annuleert'' de laatste cd
.
Er zijn onder Linux twee manieren om devices te beheren: op de manier van DOS en op de manier van Unix. Maak je keuze.
In de meeste Linux distributies is de Mtools suite opgenomen,
een set commando's welke perfect equivalent is aan de
DOS tegenhanger, maar waarvan de commando's met een `m' beginnen:
d.w.z., mformat
, mdir
, mdel
, mmd
,
enzovoort.
Ze kunnen zelfs lange bestandsnamen behouden, maar niet de bestandspermissies.
Als je Mtools configureert door het wijzigen van een bestand genaamd
/etc/mtools.conf (een voorbeeld is in de distributie opgenomen),
kun je ook de DOS/Win partitie, de CD-ROM en de Zip-drive benaderen.
Voor het formatteren van een nieuwe disk is het mformat
commando echter niet geschikt. Als root zal je het volgende commando
van te voren uit moeten voeren:
fdformat /dev/fd0H1440
.
Je kunt bestanden op de diskette niet benaderen met een commando zoals bv
less a:file.txt
! Dit is het nadeel van het benaderen van disks op
de wijze van DOS.
UNIX heeft een andere manier om met devices om te gaan. Er zijn geen aparte volumes zoals A: of C:; een disk, of het nu een diskette is of wat dan ook, wordt onderdeel van het lokale bestandssysteem via een bewerking genaamd ``mounting''. Wanneer je met de diskette klaar bent, moet je het ``unmounten'' voordat je de diskette uit het station haalt.
Het fysiek formatteren van een disk is een ding, er een bestandssysteem
op maken is weer iets anders. Het DOS commando
FORMAT A:
doet beiden, maar onder Linux zijn er twee aparte
commando's voor. Zie hiervoor hoe je een diskette formatteert, het aanmaken
van een bestandssysteem gaat zo:
# mkfs -t ext2 -c /dev/fd0H1440
In plaats van ext2
kun je dos
, vfat
(aanbevolen) of
andere formaten gebruiken. Zodra de disk is voorbereid, mount je het met het
commando:
# mount -t ext2 /dev/fd0 /mnt
waarbij je het juiste bestandssysteem opgeeft als je geen gebruik maakt van
ext2
. Nu kun je de bestanden op de diskette adresseren door gebruik
te maken van /mnt
in plaats van A: of B:.
Voorbeelden:
DOS Linux
---------------------------------------------------------------------
C:\GUIDO>DIR A: $ ls /mnt
C:\GUIDO>COPY A:*.* $ cp /mnt/* .
C:\GUIDO>COPY *.ZIP A: $ cp *.zip /mnt
C:\GUIDO>EDIT A:FILE.TXT $ jstar /mnt/file.txt
C:\GUIDO>A: $ cd /mnt
A:> _ /mnt/$ _
Als je klaar bent, moet je voordat je de disk eruit haalt het unmounten met het commando
# umount /mnt
Uiteraard hoef je de commando's fdformat
en mkfs
alleen te gebruiken voor ongeformatteerde disks, niet op voorheen gebruikte
disks. Als je station B: wilt gebruiken, refereer je in de voorbeelden
hiervoor ernaar met fd1H1440
en fd1
in plaats van
fd0H1440
en fd0
.
Onnodig te zeggen dat wat voor diskettes geldt ook voor andere devices geldt; bijvoorbeeld, wellicht dat je een andere harddisk of CD-ROM station wilt mounten. Zo mount je een CD-ROM:
# mount -t iso9660 /dev/cdrom /mnt
Dit was de ``officiële manier om je disks te mounten, maar er is een andere manier. Aangezien het wat lastig is root te moeten zijn voor het mounten van een diskette of CD-ROM, kan gebruikers worden toegestaan ze op deze wijze te mounten:
# mkdir /mnt/floppy ; mkdir /mnt/cdrom
# chmod 777 /mnt/floppy /mnt/cd*
# # zorg ervoor dat het 't juiste CD-ROM device is
# chmod 666 /dev/hdb ; chmod 666 /dev/fd*
/dev/cdrom /mnt/cdrom iso9660 ro,user,noauto 0 0
/dev/fd0 /mnt/floppy vfat user,noauto 0 0
Mount nu een DOS diskete en een CD-ROM:
$ mount /mnt/floppy
$ mount /mnt/cdrom
/mnt/floppy en /mnt/cdrom kunnen nu door iedere gebruiker worden benaderd. Als dit je wat uitmaakt, denk er dan aan dat het iedereen toestaan op deze manier disks te mounten een gapend beveiligingslek is.
Twee handige commando's zijn df
, welke informatie geeft over gemounte
bestandssystemen, en du dirnaam
welke de door de directory in beslag
genomen diskruimte rapporteert.
Er zijn verscheidene packages om je te helpen, maar het minste wat je kunt doen voor een multi-volume backup (als root) is:
# tar -M -cvf /dev/fd0H1440 dir_to_backup/
Zorg ervoor dat er een geformatteerde diskette in het station is en dat je er nog verscheidene bij de hand hebt. Voor het terugzetten doe je de eerste diskette in het diskettestation en geef je op:
# tar -M -xpvf /dev/fd0H1440
Het ``equivalent'' van Windows is het grafische systeem X Window System. In tegenstelling tot Windows of de Mac, werd X11 niet voor eenvoudig gebruiksgemak of voor een fraaie weergave ontworpen, maar slechts om te voorzien in grafische mogelijkheden voor UNIX werkstations. Dit zijn de belangrijkste verschillen:
fvwm
, een basis maar mooi en geheugenefficiënt,
fvwm2-95
, Afterstep
, WindowMaker
,
Enlightenment
, en nog heel wat meer. De w.m. wordt gewoonlijk
aangeroepen vanuit .xinitrc
;.fvwmrc
, .fvwm2rc95
, .steprc
, enz. Een
voorbeeld configuratiebestand is meestal wel te vinden in
/etc/X11/window-manager-name/system.window-manager-name;xdvi
,
xman
, xcalc
); anderen maken gebruik van Motif
(netscape
), anderen gebruiken nog steeds
Tcl/Tk, Qt, Gtk, XForms, of wat je ook maar hebt. Bijna al deze library's
voorzien in ruwweg dezelfde look en feel als Windows;xsetroot
of xloadimage
;xclipboard
, welke in meerdere
klembordbuffers voorziet;Met dit te hebben gezegd is er goed nieuws voor je. Er zijn projecten die zich richten op een zelfde look en feel en het fungeren van X11 als Windows. Gnome, http://www.gnome.org, en KDE, http://www.kde.org, boezemen eenvoudigweg ontzag in. Zeer waarschijnlijk maakt je distributie van één of beiden gebruik. Je zal geen spijt meer hebben van je Windows desktop!
Twee belangrijke bestanden onder DOS zijn AUTOEXEC.BAT
en
CONFIG.SYS
, die tijdens de systeemstart worden gebruikt om het
systeem te initialiseren, een aantal omgevingsvariabelen, zoals PATH en
FILES in te stellen, en mogelijk een programma of batchbestand op te starten.
Daar bovenop heeft Windows het beruchte register---één van de
slechtste ideeën ooit in de computerwetenschap.
Onder Linux zijn er heel veel initialisatiebestanden te vinden, waar je van een aantal maar beter af kunt blijven totdat je exact weet wat je aan het doen bent; ze zijn te vinden in de /etc directory. Alle configuratie kan worden gedaan door het wijzigen van gewone tekstbestanden. Als je alleen het PATH en andere omgevingsvariabelen hoeft in te stellen, of je de loginberichten wilt wijzigen of bij het inloggen automatisch een programma op wilt laten starten, kijk dan eens naar de volgende bestanden:
BESTANDEN OPMERKINGEN
/etc/issue instellen bericht voor inloggen
/etc/motd instellen bericht na inloggen
/etc/profile instellen $PATH en andere variabelen,enz
/etc/bashrc instellen aliassen en functies, enz
/home/je_home/.bashrc instellen van je aliassen + functies
/home/je_home/.bash_profile of
/home/je_home/.profile instellen omgeving + starten van
programma's
Als het laatste bestand voorkomt (het is een verborgen bestand), zal het na het inloggen worden ingelezen, en de commando's die erin staan zullen worden uitgevoerd.
Voorbeeld---kijk naar dit .bash_profile
bestand:
# Ik ben commentaar echo Omgeving: printenv | less # equivalent aan commando SET onder DOS alias d='ls -l' # eenvoudig te begrijpen wat een alias is alias up='cd ..' echo "Ik herinner je eraan dat het pad gelijk is aan "$PATH echo "Vandaag is het `date`" # gebruik de uitvoer van het commando 'date' echo "Prettige dag, "$LOGNAME # Het volgende is een "shell functie" ctgz() # Toon de inhoud van een .tar.gz archief. { for file in $* do gzip -dc ${file} | tar tf - done } # einde .profile
$PATH
en $LOGNAME
, je raadde het goed,
zijn omgevingsvariabelen.
Er zijn nog veel anderen om mee te experimenteren; bijvoorbeeld, LMP
voor apps als less
of bash
.
Door deze regel in je /etc/profile te plaatsen zal grofweg
worden voorzien in het equivalent van
PROMPT $P$G
:
export PS1="\w\\$ "
Onder Linux kan praktisch alles naar behoeften worden aangepast.
Voor de meeste programma's zijn er één of meer
initialisatiebestanden waar je wat mee kunt, vaak als een
.prognaamrc
in je home-dir. De eerste die je daarvan wellicht zal
willen wijzigen zijn:
.inputrc
: gebruikt door bash
voor het definiëren
van key bindings; .xinitrc
: gebruikt door startx
voor het initialiseren
van het X Window System; .fvwmrc
: in gebruik door de window manager fvwm
. .joerc, .jstarrc
: in gebruik door de editor joe
; .jedrc
: in gebruik door de editor jed
; .pinerc
: in gebruik door de mailreader pine
; .Xdefault
: in gebruik door diverse X-programma's.Je komt deze allemaal en nog anderen vroeg of laat tegen, LMP. Misschien dat ik je kan interesseren voor de Configuratie HOWTO, http://www.linuxdoc.org/HOWTO/Config-HOWTO.html?
Niet alleen is ``Dialup Networking'' onder Linux beschikbaar, maar het is ook nog eens stabieler en sneller. De naam hiervan is ``PPP'', het protocol dat wordt gebruikt voor het maken van een verbinding met het Internet met behulp van modems. Het enige wat je hiervoor nodig hebt is een utility waarmee kan worden gebeld en de verbinding tot stand kan worden gebracht.
Om je mail vanaf de server van je ISP op te halen, heb je een tool genaamd
``email fetcher'' nodig welke het POP protocol gebruikt; wanneer de mail is
opgehaald, zal het lijken alsof het direct naar je Linux-box werd bezorgd.
Vervolgens gebruik je een MUA (Mail User Agent) zoals pine
,
mutt
, elm
of een van de vele anderen om het te beheren.
Terwijl de dialer onder Windows automatisch wordt aangeroepen wanneer je
een Internet applicatie start, gaat het bij Linux net andersom: je belt
eerst, en vervolgens start je de applicatie op.
Een ding genaamd diald
voorziet in het gebruikelijke functioneren.
Het installeren en configureren van dialup networking was één
van de moeilijkste taken onder Linux, maar dit is niet meer zo:
raadpleeg alsjeblieft de Configuratie HOWTO.
Als laatste, iets over ``Network neighborhood'': je kunt je Linux-box als Windows NT/9x in een lokaal netwerk met Windows computers laten verschijnen. Het magische woord is Samba: niet de levende Braziliaanse dans, maar een implementatie van het SMB-protocol voor Linux. Ga hiervoor naar http://samba.anu.edu.au/samba.
Als je gewend was .BATch bestanden aan te maken als verkorte opdrachten voor
lange opdrachtregels (ik deed dit veel), kan dit doel worden bereikt door
de passende alias regels in profile
of .bash_profile
in te voegen. Maar als je gecompliceerdere .BATch bestanden gebruikte,
dan zal je de scripttaal die beschikbaar is door de shell weten te
waarderen: het is zo krachtig en goed als de oude QBasic, zo niet beter.
Het bevat variabelen, structuren zoals while, for, case, if... then...
else, en heel veel andere mogelijkheden: het kan een goed alternatief zijn
voor een ``echte'' programmeertaal.
Voor het schrijven van een script---het equivalent van een .BATch bestand
onder DOS---hoef je slechts een standaard ASCII-bestand met de instructies
te schrijven, het op te slaan, en het vervolgens uitvoerbaar te maken
met het commando chmod +x <scriptfile>
.
Typ de naam ervan in, om het uit te laten voeren.
Een waarschuwing. De systeem editor wordt vi
genoemd, en mijn
ervaring is dat nieuwe gebruikers het erg moeilijk in 't gebruik vinden.
Ik ga niet uitleggen hoe je het kunt gebruiken; raadpleeg alsjeblieft
Matt Welsh's boek of zoek naar een tutorial op het net.
Ik volsta met hier te zeggen dat:
:q!
, om vi
zonder opslaan
te verlaten;:wq
, om op te slaan en te verlaten.Een goede editor voor beginners is joe
: start het programma door
jstar
in te tikken.
je krijgt dezelfde key bindings als in de DOS/Win editor.
jed
in WordStar
of IDE mode is zelfs beter. Raadpleeg paragraaf
Waar kun je applicaties vandaan halen om erachter te komen hoe je
aan deze editors kunt komen.
Het schrijven van scripts onder bash
is zo'n veelomvattend onderwerp
dat hiervoor een volledig boek nodig zou zijn, en ik zal het onderwerp
hier niet verder uitdiepen.
Ik geef je slechts een voorbeeld van een shellscript,
van waaruit je enkele basisregels kunt halen:
#!/bin/sh # sample.sh # Ik ben commentaar # verander de eerste regel niet, deze moet hier aanwezig zijn echo "Dit systeem is: `uname -a`" # gebruik de uitvoer van het commando echo "Mijn naam is $0" # ingebouwde variabelen echo "Je gaf me de volgende $# parameters: "$* echo "De eerste parameter is: "$1 echo -n "Wat is je naam? " ; lees je je_naam echo merk het verschil op: "hi $je_naam" # omsloten door " echo merk het verschil op: 'hi $je_naam' # omsloten door ' DIRS=0 ; FILES=0 for file in `ls .` ; do if [ -d ${file} ] ; then # als het bestand een directory is DIRS=`expr $DIRS + 1` # DIRS = DIRS + 1 elif [ -f ${file} ] ; then FILES=`expr $FILES + 1` fi case ${file} in *.gif|*jpg) echo "${file}: grafisch bestand" ;; *.txt|*.tex) echo "${file}: tekstbestand" ;; *.c|*.f|*.for) echo "${file}: bronbestand" ;; *) echo "${file}: gewoon bestand" ;; esac done echo "er zijn ${DIRS} directory's en ${FILES} bestanden" ls | grep "ZxY--%%WKW" if [ $? != 0 ] ; then # exit code van laatste commando echo "ZxY--%%WKW niet gevonden" fi echo "genoeg... typ 'man bash' als je meer info wilt."
Onder UNIX is de systeemtaal C, hou ervan of haat het. Er zijn tevens nog heel wat andere talen (Java, FORTRAN, Pascal, Lisp, Basic, Perl, awk...) beschikbaar.
Aangenomen dat je bekend bent met C, zijn hier een aantal richtlijnen voor
degenen die verwend zijn met Turbo C++ of één van de DOS varianten. Linux's C
compiler wordt gcc
genoemd en het mist alle toeters en bellen waar
gewoonlijk de DOS tegenhangers van vergezeld gaan:
geen IDE, on-line help, geïntegreerde debugger, enz.
Het is slechts een grove commandoregel compiler, erg krachig en efficiënt.
Voor het compileren van je standaard hello.c
geef je op:
$ gcc hello.c
waarmee een uitvoerbaar bestand genaamd a.out
zal worden aangemaakt.
Geef het uitvoerbare bestand een andere naam met
$ gcc -o hola hello.c
Om een library aan het programma te koppelen, voeg je de switch -l<libname> toe. Bijvoorbeeld, om de math library te linken:
$ gcc -o mathprog mathprog.c -lm
(De -l<libname>
switch forceert gcc
de library
/usr/lib/lib<libname>.so
te koppelen; dus -lm
koppelt
/usr/lib/libm.so
).
Als je programma uit verschillende bronbestanden bestaat, zul je gebruik
moeten maken van de utility make
. Laten we ervan uitgaan dat je een
expression parser hebt geschreven: het bronbestand heet parser.c
en
# bestaande uit twee header bestanden, parser.h
en
xy.h
. Dan wil je gebruik maken van de routines in parser.c
in een programma, stel calc.c
, welke op zijn beurt bestaat uit
# parser.h
. Wat moet je nu doen om calc.c
te compileren?
Je zal een zogenoemde Makefile
moeten schrijven, die de
compiler laat weten wat de afhankelijkheden tussen sources en object
bestanden zijn. In ons voorbeeld:
# Dit is Makefile, gebruikt om calc.c te compileren # Druk waar aangegeven op de <TAB> toets! calc: calc.o parser.o <TAB>gcc -o calc calc.o parser.o -lm # calc rekent op twee objectbestanden: calc.o en parser.o calc.o: calc.c parser.h <TAB>gcc -c calc.c # calc.o rekent op twee bronbestanden parser.o: parser.c parser.h xy.h <TAB>gcc -c parser.c # parser.o rekent op drie source bestanden # einde Makefile.
Bewaar dit bestand als Makefile
en typ make
om je
programma te compileren; sla het alternatief op als
calc.mak
en typ make -f calc.mak
, en natuurlijk LMP.
Je kunt wat hulp krijgen over de C-functies die in man pages worden
behandeld, in sectie 3, bijvoorbeeld:
$ man 3 printf
Gebruik voor het opsporen van fouten in je programma's gdb
.
info gdb
om te leren hoe je het kunt gebruiken.
Er zijn heel veel library's beschikbaar; onder de eersten die je wellicht
wilt gebruiken bevinden zich
ncurses
(tekstmode effecten), en svgalib
(console
graphics). Veel editors kunnen als IDE fungeren; emacs
en jed
,
bijvoorbeeld, hebben als feature syntax highlighting, automatisch inspringen,
enzovoort. Haal als alternatief het package
rhide
op vanaf
ftp://metalab.unc.edu:/pub/Linux/devel/debuggers/. Het is een
Borland IDE-kloon, en de kans bestaat dat het je bevalt.
Als je er wat voor voelt om met X11 programmering aan de slag te gaan (zo moeilijk is het niet), bestaan er verscheidene library's waarmee het schrijven van X11 programma's een makkie is. De belangrijkste te bezoeken sites zijn die van GTK+, http://www.gtk.org, and Qt, http://www.troll.no. Gtk+ is een op C gebaseerde widget set oorspronkelijk ontworpen voor het grafische pakket De GIMP ( http://www.gimp.org), en het wordt gebruikt in de Gnome omgeving. Kdeveloper is gebaseerd op de op C++ gebaseerde Qt, die door KDE wordt gebruikt. Zeer waarschijnlijk zal je één van deze library's gebruiken.
Een aantal van de beste tools voor visueel programmeren zijn Kdevelop voor Qt, http://www.kdevelop.org, en Glade voor GTK+, http://glade.pn.org. Deze pagina geeft meer informatie: http://www.free-soft.org/guitool/.
Zou het niet aardig zijn als je code zou kunnen schrijven die onder Linux
en Windows naadloos compileerde met gebruik van gcc
?
Tijdens dit schrijven zijn er een aantal widget sets die een meer of
minder stabiele multi-platform programmering mogelijk maken.
Zover als het de stabiliteit als volledigheid echter betreft, zou ik
zeggen dat de keuze is beperkt tot praktisch één:
FLTK, de Fast Light Tool Kit
http://www.fltk.org.
Het is verbazingwekkend klein, snel en stabiel. Het heeft tevens een
semi-visuele builder genaamd Fluid.
Veel meer dan 1%, eigenlijk...
Ja, tot op zekere hoogte kun je DOS en Windows applicaties onder Linux draaien! Er zijn twee tamelijk goede emulators: Dosemu ( http://www.dosemu.org) en Wine ( http://www.winehq.com). De laatste wordt bij iedere release veel beter en de lijst met uit te voeren applicaties wordt steeds groter. Zelfs Word en Excel draaien eronder!
Onder UNIX zijn een aantal veel gebruikte applicaties voor het archiveren
en comprimeren van bestanden.
tar
wordt gebruikt om archieven te maken---het is als
PKZIP
of Winzip
maar comprimeert niet, het maakt alleen
archieven. Typ voor het maken van een archief:
$ tar cvf <archive_name.tar> <file> [file...]
Voor het extraheren van bestanden uit een archief:
$ tar xvf <archive_name.tar> [file...]
Voor het tonen van de inhoud van een archief:
$ tar tf <archive_name.tar> | less
Met compress
, welke verouderd is en niet meer gebruikt zou moeten
worden, of gzip
:
$ compress <file>
$ gzip <file>
waarmee een gecomprimeerd bestand met de extensie .Z
wordt aangemaakt
(compress
) of .gz
( voor gzip
). Deze programma's
kunnen slechts één bestand tegelijkertijd comprimeren.
Decomprimeren:
$ compress -d <file.Z>
$ gzip -d <file.gz>
LMP.
Er zijn ook nog de utility's unarj
, zip
en
unzip
(PK??ZIP
compatibele). Bestanden met de extensie .tar.gz
of
.tgz
(gearchiveerd met tar
, en vervolgens gecomprimeerd
met gzip
) zijn ook zeer algemeen in de UNIX-wereld net als .ZIP
bestanden onder DOS.
Zo kun je de inhoud van een .tar.gz
archief weer laten geven:
$ tar ztf <file.tar.gz> | less
Ten eerste: het installeren van packages is het werk van root. De meeste
Linux applicaties worden als .tar.gz
archief gedistribueerd, die
vaak bestaat uit een directory met waarschijnlijk de naam pkgname/
,
waarin de bestanden en/of subdirectory's staan. Het is een goede gewoonte
om deze packages vanuit de directory /usr/local
te installeren met
het commando:
# tar zxf <archive.tar.gz>
en het README of INSTALL bestand te lezen. In de meeste gevallen worden
de bronbestanden van de applicatie gedistribueerd, wat inhoudt dat je het moet
compileren om de uitvoerbare bestanden aan te maken;
vaak is het al voldoende om make
en daarna make install
in
te tikken. Uiteraard heb je hiervoor de gcc
of g++
compiler nodig.
Andere archieven moeten worden uitgepakt vanuit /; dit is het
geval met de .tgz
archieven van Slackware.
In andere archieven bevinden zich bestanden, maar dan zonder subdirectory
- pas op dat je de boel niet verknoeit!
Bekijk altijd de inhoud van het archief voordat je het installeert.
De Debian en Red Hat distributies hebben hun eigen archief formaat;
respectievelijk, .deb
en .rpm
. De laatste wint een brede
acceptatie; om een .rpm
package te installeren, tik je in:
# rpm -i package.rpm
Terugscrollen: het indrukken van <SHIFT + PAG UP> (de grijze toets) maakt dat je een paar pagina's terug kunt scrollen, afhankelijk van de hoeveelheid van het videogeheugen.
Resetten van het scherm: als je met more
of cat
een binair bestand bekijkt, dan kan het gebeuren dat je scherm vol met rommel
staat. Om dit te herstellen, tik dan blind reset
in of de volgende
reeks met tekens: echo CTRL-V ESC c RETURN
.
Het plakken van tekst: in console, zie hieronder; in X, klik
en sleep om de tekst in een xterm
window te selecteren, druk dan
de middelste muisknop in (of de twee muisknoppen samen als je een twee-knops
muis hebt) om de tekst te plakken. Er is ook een xclipboard
(helaas, alleen voor tekst); laat je niet in de war brengen door de zeer
trage response.
Gebruik van de muis: als je gpm
, een mousedriver voor de
console, hebt geïnstalleerd, dan kun je klikken en slepen om tekst te
selecteren, en vervolgens (op een andere plaats) de rechtermuisknop indrukken
om de geselecteerde tekst te plakken. Dit werkt ook door in de ene VC tekst te
selecteren en deze in een andere VC te plakken.
Meldingen van de kernel: kijk als root in /var/adm/messages
of
/var/log/messages
om te zien wat de kernel je te melden heeft,
inclusief de meldingen bij het opstarten.
Het commando dmesg
is ook handig.
Als je je afvraagt of je je oude en vertrouwde DOS/Win applicatie door een Linux applicatie kunt vervangen, raad ik je aan eens naar de belangrijkste Linux software opslagplaats te surfen: ftp://metalab.unc.edu/pub/Linux. Andere goede startplaatsen zijn de ``Linux Applications and Utilities Page'' http://www.xnet.com/~blatura/linapps.shtml, de ``officiële'' Linux page http://www.linux.org, en http://freshmeat.net.
Linux kan verschrikkelijk veel dat onder DOS/Windows omslachtig, moeilijk of onmogelijk was. Hier is een beknopte lijst om de smaak te pakken te krijgen:
at
maakt het mogelijk programma's op bepaalde tijden
uit te voeren:awk
is een eenvoudige maar krachtige taal om gegevensbestanden
te manipuleren (en niet alleen dat).
Als bijvoorbeeld data.dat
je uit meerdere velden bestaande
gegevensbestand is, drukt
$ awk '$2 ~ "abc" {print $1, "\t", $4}' data.dat
de velden 1 en 4 van iedere regels in data.dat
af waarvan het
tweede veld de string ``abc'' bevat.cron
is nuttig voor het periodiek uitvoeren van taken,
op opgegeven datum en tijd. Typ man 5 crontab
.file <bestandsnaam>
vertelt je wat bestandsnaam
voor een soort bestand is
(ASCII-tekst, uitvoerbaar bestand, archief, enz.);find
(zie tevens sectie
Directory's: Commando's vertalen) is één van de
krachtigste en handigste commando's.
Het wordt gebruikt om naar bestanden te zoeken die voldoen aan verscheidene
karakteristieken en waarop acties kunnen worden uitgevoerd. Algemeen gebruik
van find
is:
$ find <directory> <expressie>
<expressie> bevat zoekcriteria en acties. Voorbeelden:
$ find . -type l -exec ls -l {} \;
zoekt naar alle bestanden welke symbolische koppelingen zijn en geeft aan
waarnaar ze verwijzen.
$ find / -name "*.old" -ok rm {} \;
zoekt naar alle bestanden die overeenkomen met het patroon het verwijdert ze,
waarbij eerst om bevestiging wordt gevraagd.
$ find . -perm +111
zoekt naar alle bestanden waarvan de permissies overeenkomen met 111
(uitvoerbaar bestand).
$ find . -user root
zoekt naar alle bestanden die aan root toebehoren. Heel veel mogelijkheden
hier---LMP.grep
zoekt naar tekstpatronen in bestanden. Bijvoorbeeld,
$ grep -l "geology" *.tex
toont de *.tex bestanden waarin het woord ``geology'' voorkomt. Een variant
op grep genaamd zgrep
werkt op gzipped bestanden. LMP;^a[^a-m]X{4,}txt$
komt overeen met een regel welke begint met een
`a', gevolgd door een willekeurig teken behalve die in het interval a-m,
gevolgd door 4 of meer `X' tekens en eindigt op `txt'.
Reguliere expressies gebruik je met geavanceerde editors,
less
, en vele andere applicaties. man grep
voor
een introductie.script <script_file>
dumpt de inhoud van het scherm
in een scriptbestand genaamd script_file
totdat je het commando
exit
geeft. Handig voor het opsporen van fouten;sudo
maakt het gebruikers mogelijk een aantal van de
taken van root uit te voeren (b.v. het formatteren en mounten van disks;LMP);uname -a
geeft je info over je systeem;zcat
en zless
zijn handig voor het doorbladeren
en omleiden van met gzip gecomprimeerde bestanden zonder ze te
decomprimeren. Bijvoorbeeld:
$ zless textfile.gz
$ zcat textfile.gz | lpr
bc, cal, chsh, cmp,
cut, fmt, head, hexdump, nl, passwd, printf, sort, split, strings, tac,
tail, tee, touch, uniq, w, wall, wc, whereis, write, xargs, znew.
LMP.
Geloof het of niet, er zijn prima tools die voorzien in een op UNIX lijkende omgeving onder DOS/Windows! Een daarvan is de Djgpp suite ( http://www.delorie.com/djgpp/) voor DOS, en Cygwin ( http://www.cygnus.com/cygwin) is een complexere port voor Win32. In beiden zijn dezelfde GNU ontwikkelaars tools en utility's als Linux opgenomen; je krijgt echter niet dezelfde stabiliteit en performance.
Probeer Djgpp als je de smaak van Linux te pakken wilt krijgen. Download
en installeer de volgende bestanden (tijdens dit schrijven, is de laatste
versie 2.0.2):
djdev202.zip, bnu281b.zip, bsh1147b.zip, fil316b.zip, find41b.zip,
grep22b.zip, gwk303b.zip, lss332b.zip, shl112b.zip.
. In installatie
instructies is voorzien, en je kunt assistentie vinden op
news:comp.os.msdos.djgpp.
In het bijzonder is het gebruik van bash
onder DOSWin een
opluchting. Om het op je juiste wijze te configureren, wijzig je het
meegeleverde bestand BOOT.BAT
om je installatie weer te
geven, plaats deze bestanden dan in je home-directory (in de
Windows partitie) in plaats van degene waarin is voorzien:
# dit is _bashrc
LS_OPTIONS="-F -s --color=yes"
alias cp='cp -i'
alias d='ls -l'
alias l=less
alias ls="ls $LS_OPTIONS"
alias mv='mv -i'
alias rm='rm -i'
alias u='cd ..'
# dit is _bprof
if [ -f ~/_bashrc ]; then
. ~/_bashrc
fi
PS1='\w\$ '
PS2='> '
CDPATH="$CDPATH:~"
# stuff for less(1)
LESS="-M-Q" # lange prompt, stil
LESSEDIT="%E ?lt+%lt. %f" # wijzig eerste regel
VISUAL="jed" # editor
LESSCHARSET=latin1 # toon geaccentueerde letters
export PS1 PS2 CDPATH LS_OPTIONS LESS LESSEDIT LESSOPEN VISUAL LESSCHARSET
Je komt mogelijk heel wat soorten bestandsextensies tegen. Uitgezonderd de meer exotische extensies (d.w.z. fonts, enz.), tref je hier een lijst van aan:
1 ... 8
: man pages. Lees ze met
groff -Tascii -man <file.1>
.arj
: archief aangemaakt met arj
.dvi
: uitvoerbestand geproduceerd met TeX (zie hieronder).
xdvi
om het te bekijken; dvips
om het om te zetten in
een PostScript .ps
bestand.gz
: archief gemaakt met gzip
.info
: info bestand (soort alternatief van man pages). Haal
hier info
voor op.lsm
: Linux Software Map bestand. Het is een gewoon ASCII
bestand met de beschrijving van een package.ps
: PostScript bestand. Haal voor het bekijken of afdrukken
gs
op en optioneel ghostview
of gv
.rpm
: Red Hat package. Je kunt het op ieder systeem installeren
met de package manager rpm
.taz, tar.Z
: archief aangemaakt met tar
en
gecomprimeerd met compress
.tgz, tar.gz
: archief gemaakt met tar
en
gecomprimeerd met gzip
.tex
: tekstbestand voor TeX, een krachtige zetsysteem.
Het package tex
is in diverse distibuties beschikbaar.texi
: texinfo bestand, kan zowel TeX als info bestanden
produceren (cp. info
). Haal texinfo
op.xbm, xpm, xwd
: grafisch bestand.Z
: archief aangemaakt met compress
.
Als je tekstbestanden tussen DOS/Win en Linux uit moet wisselen, wees je
dan bewust van het ``einde regel'' probleem. Onder DOS eindigt iedere
regel tekst op een CR/LF (dat is een ASCII 13 + ASCII 10), onder Linux
op een LF. Als je een DOS tekstbestand onder Linux wijzigt, zal iedere
regel zeer waarschijnlijk op een vreemd--uitziend `M' teken eindigen;
een Linux tekstbestand zal onder DOS verschijnen als een kilometers lange
enkele regel zonder alinea's. Er zijn een aantal tools, dos2unix
en
unix2dos
, om de bestanden te converteren.
Als je bestanden bestaande uit alleen tekst geaccentueerde tekens bevat, zorg er dan voor dat ze onder Windows (met Notepad/Kladblok) zijn aangemaakt en niet onder gewoon DOS; anders zullen alle geaccentueerde tekens zijn verknald.
Ja, je kunt voor niks krijgen wat anders heel veel geld zou kosten!
StarOffice ( http://www.sun.com/staroffice.) is thans de enige keuze, alhoewel Koffice in de pijplijn zit ( http://www.koffice.org). StarOffice is groot en traag, maar hoe dan ook erg goed; het biedt heel veel functionaliteit die niet in Microsoft Office is te vinden. Het kan bovendien Word en Excel bestanden inlezen, alhoewel de conversie niet altijd perfect is.
Een ander goed package is Corel WordPerfect, een vrij verkrijgbare uitgave die voor download beschikbaar is. Moet ik nog meer zeggen? Haal het op: http://www.corel.com.
Gefeliciteerd! Je hebt nu een klein beetje van UNIX begrepen en bent zover om ermee beginnen te werken. Denk eraan dat je kennis van het systeem nog steeds beperkt is en dat ervan je wordt verwacht meer met Linux te oefenen om het comfortabel te kunnen gebruiken. Maar als het enige dat je moest doen een boel applicaties te verkrijgen en ermee beginnen te werken, dan is alles wat ik hierin heb opgenomen voldoende.
Ik ben er zeker van dat je Linux met plezier zal gaan gebruiken en er meer over zal gaan leren -- iedereen doet dit. Ik wed ook dat je nooit meer naar DOS/Win terug zal keren! Ik hoop dat ik duidelijk ben geweest en de 3 of 4 lezers een goede dienst heb bewezen.
Copyright (c) door Guido Gonzato, ggonza at tin.it
. Dit document
mag alleen onder de voorwaarden en condities uiteengezet in de LDP
Licentie op
http://www.linuxdoc.org/COPYRIGHT.html worden
gedistribueerd, behalve dat dit document niet in gewijzigde vorm mag
worden gedistribueerd zonder toestemming van de auteur.
Raadpleeg alsjeblieft de Linux Documentatie Project homepage, http://www.linuxdoc.org, als je vragen hebt.
Dit document wordt zoals het is geleverd. Ik heb er veel moeite voor gedaan het zo accuraat mogelijk te schrijven, maar je gebruikt de informatie hierin op eigen risico. In geen geval zal ik verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor enige schade voortvloeiend uit het gebruik van dit werk.
Veel dank aan Matt Welsh, de auteur van ``Linux Installation and Getting Started'', aan Ian Jackson, de auteur van ``Linux frequently asked questions with answers'', aan Giuseppe Zanetti, de auteur van het boek ``Linux'', aan alle mensen die me aanbevelingen mailden, en vooral aan Linus Torvalds en GNU die ons Linux gaven.
Feedback is welkom. Neem gerust contact met me op voor verzoeken, aanbevelingen, flames, enz.
Veel plezier met Linux en in 't leven,
Guido =8-)